Cartesius Museum
Openingsessay Kennisfestival

CAMU-logo_breed_600px.png

Zomerschool2017_Zon(600).png
Hoe beteugelen we het wilde beest dat Big Data heet. Utrecht: van slimme stad naar wijze stad?

Door Giep Hagoort*
Illustratie: Erik Uitenbogaard


Openingscase.
Donderdag, 16 mei 2018. Als deel van de Utrechtse digitale jungle breng ik enige tijd door in de hal van het centraal station. Al eerder had ik besloten om in het kader van het kennisfestival Utrecht Creatieve en Sociale Stad (juni 2018) de Domstad nu eens niet te zien als centrumstad, als kennis- en cultuurstad, of zelfs als fietsstad. Maar als slimme stad. En met 'te zien' bedoel ik dit zeer letterlijk. Als ik door de stad fiets of loop, waaraan herken ik dan als inwoner deze slimme stad? Ik begin op systematische manier in de centrale stationshal de - vaak gele - camera's te tellen. Ik loop de hal in de lengte door en tel de zichtbare camera's.

Essay_01.png
Halverwege, nadat ik ook een foto van een groepje van vijf camera's gemaakt heb, word ik aangesproken door twee politieagenten. "Het valt ons op dat u speciale belangstelling heeft voor de camera's. Kunt u zeggen waarom?" Ik antwoord dat ik me graag eerst even wil voorstellen en noem mijn naam en geef aan dat ik als professor emeritus kunst en economie aan de Universiteit Utrecht/HKU onderzoek doe naar de slimme stad in verband met een kennisfestival. En ik vraag: "Kent u het begrip de slimme stad?" De agenten geven aan dit niet te weten maar leggen uit dat het stationsgebied een gebied is dat een verhoogde waakzaamheid vereist. Ze noteren mijn naam en het nummer van mijn identiteitskaart en ik kan mijn weg vervolgen (en met het tellen doorgaan). Ik tel uiteindelijk 100 camera's. In een snelle check vraag ik enige tijd later in mijn omgeving hoeveel camera's men denkt dat er zichtbaar opgesteld staan in de hal van Utrecht CS. Ik krijg de volgende aantallen: 3, 25, 40, 2 keer 50, 60, 70 en 1 keer 100. In praktisch bijna alle gevallen flink onder het aantal van 100. Met als reacties: dat heb ik mij nooit zo gerealiseerd. Ik besluit een vervolgstap te doen en de afdeling communicatie van de NS op 11 juni 2018 per email het volgende te vragen (en geef aan de antwoorden te vermelden in een essay).
1. Is het aantal van 100 zichtbare camera's juist? Zo niet, wat is dan het juiste aantal?
2. Wat gebeurt er met de beelden/registraties van de reizigers en passanten?
3. Worden deze beelden gedeeld met derden (overheid, bedrijven waaronder Winkelcentrum Hoog Catharijne) en zo ja met welk motief?
Als reden voor mijn vragen geef ik de eerdere verklaring zoals ik deze gegeven heb aan de twee politiepolitieagenten.
De woordvoerder van de NS heeft per email van 13 juni de volgende antwoorden gegeven: "(1) Ik weet niet welke camera's u allemaal wel of niet heeft geteld, maar ik heb alleen een totaal voor u - en dat blijken er nog een heel stukje meer: 462 in totaal op Utrecht Centraal. (2/3) Vanzelfsprekend worden camerabeelden - anders dan in het kader van het voorkomen, opsporen of veroordelen van strafbare feiten - nooit gedeeld met derden. Hier leggen we uit waarvoor beelden worden gebruikt en hoe lang ze worden bewaard: https://www.ns.nl/privacy/veiligheid-tijdens-uw-reis.html
Wij zijn zo transparant mogelijk als het gaat op welke wijze en voor welke doeleinden wij onder meer camerabeelden gebruiken."

De digitale jungle: een leefbaar pad hacken
Het van oorsprong technologisch idee over digitalisering van de stad uit het eerste decennium van de 21e eeuw is uitgewaaierd tot een concept dat vele invullingen heeft gekregen. Ik kom op het begrip van digitale jungle door het misbruik van Facebook persoonsgegevens van 87 miljoen gebruikers voor de manipulatie van de Amerikaanse verkiezingen. Een digitale jungle is geen waardeoordeel maar een gebied ontstaan en beheerst door algoritmen waarbij de menselijke hand niet waar te nemen is. De metafoor zal kunnen helpen het leven in de jungle mogelijk te maken waarbij de ernstige gevaren kunnen worden gelokaliseerd en zo mogelijk bestreden. De digitale jungle is een samentrekking van datasets/Big Data, technologische complexiteiten, op winstgerichte hightech bedrijven, onbewuste burgers die data verzamelen en (onwetend) afstaan, gemeentebestuurders die behoefte hebben aan nieuwe bestuursinstrumenten en experts die ons (utopische) toekomstbeelden schetsen of daartegen te hoop lopen. Tezamen een biotoop vormend waar het recht van Big Data geldt. Maar in deze biotoop zijn ook tegenkrachten werkzaam die de privacy willen beschermen, die kiezen voor sociale initiatieven van onderop en die coõperatieve werkvormen uitwerken om met behulp van nieuwe technologieën het leven van alle dag te kunnen verbeteren. En in deze digitale jungle zorgen slimme algoritmen ervoor dat er nooit momenten van rust zijn, waarin het even stil zou worden, er periodes zouden zijn waarin niet gehackt wordt. Het is een 24/7 vol van connectivity, manipulatie en een permanent gebrek aan cyberzekerheid. En eenmaal in de digitale jungle beland is er geen weg terug. Er is een toegangshek maar geen exit. Kortom het is een kwestie van digitaal overleven. Zo mogelijk het gevaarlijkste beest temmen en een leefbaar pad proberen te hacken.

Hoe is het zo gekomen?
Medio negentiger jaren van de vorige eeuw vindt de geboorte van de digitale stad plaats bij de publieke komst van het internet. Technologische innovaties zijn een autonoom proces dat niet of nauwelijks te beheersen is; je kunt het beste maar meebewegen ('het wiel is uitgevonden toen iemand van een rollende boomstam viel'). Houden we de technologie nog even vast dan gaat het bij de huidige slimme stad om het effectief besturen van steden en het efficiënt beheersen van stedelijke voorzieningen aan de hand van Big Data die het resultaat zijn van camera's, sensoren, wifitracking en slimme algoritmen. Bijvoorbeeld: slimme lantaarnpalen die waarschuwen dat relletjes gaan uitbreken. Datasets die aangeven dat in een bepaalde wijk de individuele schulden boven het gemiddelde zullen komen te liggen, afvalcontainers die zelfstandig aangeven binnen 24 uur geleegd te willen worden. Het bijzondere is dat de technologie niet alleen signaleert wat gaande is maar vooral ook wat komen gaat. In het begin van het tweede decennium van deze eeuw ontstond er mede om die reden een groot enthousiasme bij beleidsmakers om deze technologie te omarmen om zodoende het hoofd te kunnen bieden aan steeds complexer wordende stedelijke samenlevingen. Deze samenlevingen zijn cultureel divers van samenstelling, laten een politiek versplinterend krachtenveld zien, kenmerken zich door opkomende tweedelingen, dit alles gevoed door een door social media aangemoedigde burgerlijke alertheid niet zelden zich uitend als maatschappelijke boosheid en in extreme gevallen: gewelddadige hufterigheid.
Zo halverwege dit decennium trad een hapering op in het euforische denken over de slimme stad terwijl het concept nog niet echt geaard was in de praktijk van alle dag. De grotere gemeenten hebben het op de agenda staan en hebben speciale taskforces ingesteld 'om de boot niet te missen!' De hapering had alles te maken met de opkomende ongerustheid omtrent de privacy van persoonsgegevens die in het geding is bij het verzamelen van Big Data. Hoewel een Chinese expert voor de VPRO-camera zich lovend kon uitlaten over de nieuwe gezichtsherkenningstechnologie - die het mogelijk maakt om de Chinese burger af te snijden van kredietfaciliteiten omdat deze 5 keer door het rode stoplicht gelopen heeft - kon deze bij de toevallige Nederlandse kijker minder op enthousiasme rekenen. "Is dit onze slimme stad van de toekomst?" klonk de benauwende vraag.
De vervolgvraag is: Hoe nu kritische reflectie inbouwen in het concept? Maar bovenal: waar ligt de eindverantwoordelijkheid binnen de stedelijke democratie teneinde grenzen te stellen en mogelijkheden te toetsen op hun maatschappelijk meerwaarde? Belangrijke vragen maar ze hebben niet altijd oog voor de overweldigende kracht van de informatietechnologie en de Big Tech bedrijven die op basis van marketing een onvoorstelbare goudmijn hebben aangeboord. Bij zelfsturende algoritmen (intelligente verzamel- en verwerkingsprocessen die zichzelf al lerend verbeteren) komen resultaten beschikbaar waarbij 'oorzaak-gevolg' plaatsgemaakt heeft voor 'significante correlaties' waarbij maatregelen en voorzieningen zich richten op grote groepen individuen met een mogelijk te corrigeren en/of aan te sturen wenselijk gedrag. De (maatschappelijke) oorzaken zelf van een mogelijk problematisch gedrag blijven onaangeroerd.
Mede oprichter van Facebook Zuckerberg zegt in een interview in 2018 dat hij radicaal is teruggekomen op zijn optimisme over de mogelijkheden van digitale communicatie: "we hebben misbruik op ons platform gezien, waaronder staatsbemoeienis en de verspreiding van onwaar, sensationeel en polariserend nieuws." Hij heeft tijd nodig om de problemen op te lossen, vertelt hij keer op keer.

Waar is de stad?
Het is welhaast zeker dat de impact van deze intelligente technologie het doorsnee-gemeenteraadslid te boven gaat en dat de gemeenteraad nauwelijks in staat is om de processen rond de eigen slimme stad te doorgronden en daarop controle uit te oefenen. Hier botst de niet te missen boot op de overvolle kade met wachtenden zonder een idee te hebben waar de boot naar toe zou varen. De laatste jaren is dit gemeenteraadslid voortdurend geconfronteerd geweest met utopische bespiegelingen rond zijn of haar stad. Zo is er de compacte stad om een verdichting van stedelijke gebieden te realiseren, een creatieve stad waarin creativiteit de nieuwe productiefactor vormt, een groene of duurzame stad om de energietransitie te realiseren, een gezonde stad om een aantal ziekmakende elementen te elimineren (fijnstof, ongezond eten, files), en voor de grotere steden moeten daar nog bij: de kennisstad, de cultuurstad en de fietsstad. Past in dit rijtje de slimme stad? Of doorsnijdt dit concept alle eerdere benaderingen en komen we via de nieuwste technologie op een hoger plan uit? En wat is de stad, feitelijk en in de beleving van haar burgers? Ooit een marktplaats van landbouwproducten, een vestiging in de oksel van een rivier, een drager van stadsrechten en in een nieuwe ruimtelijke omgeving een top-down geplande stad voor de 21e eeuw. En inmiddels uitgegroeid tot metropolen van miljoenen inwoners. De grootste metropool in de wereld is Guangzhou, een Chinese stad met ruim 48 miljoen inwoners. In Nederland duikt het begrip 'metropool' in bestuurlijke zin ook op waarbij de regio meegeteld wordt. Amsterdam noemt zich Metropoolregio Amsterdam met ruim 2.4 miljoen inwoners, Rotterdam en Den Haag hebben samen de Rotterdam Den Haag Metropoolregio gevormd met ruim 2.2 miljoen inwoners. In Utrecht heeft het college van B&W al in 2011 de wens uitgesproken een metropoolregio te willen vormen met Amsterdam en Almere.
Op zijn minst is duidelijk dat het begrip stad een diffuus en hybride begrip is met één kenmerk: de samentrekking van wonen en werken van mensen. De technologische ontwikkelingen stellen deze steden anno nu in staat om bestuurlijke en sociale processen qua dataverzameling en gedrag effectief te sturen via Big Data (dat is de theorie). Nee, de slimme stad is geen hype maar een allesoverheersend concept om boven alle andere concepten uit te stijgen. Maar met de stad heeft het begrip gemeen dat het ook diffuus en hybride is. Geen wonder dat dit alles het de gemiddelde raadslid boven het hoofd groeit. In een samenleving waarin de visies zijn verdeeld met als uitersten de 'euforisten' die het dataïstische droombeeld fantastisch vinden aan de ene kant, en de 'doemisten' die hierin het einde van de mensheid zien aan de andere kant. Beide stromingen erkennen evenwel dat de slimme stad een nieuwe, overheersende realiteit is.

2018: Gemeentelijke coalitieakkoorden over de slimme stad
Hoe nu verder in Utrecht? Na de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 volgen coalitieonderhandelingen over het programma 2018-2022 en over nieuwe colleges van burgemeester en wethouders. Welke plaats krijgt de slimme stad in de vier grote steden inclusief Utrecht toebedeeld? Om tot deugdelijke antwoorden te komen heb ik als denkoefening vijf indicatoren op gesteld, afgeleid van het resultaat van een expertmeeting van 22 maart 2018 georganiseerd door het Utrechtse Cartesius Museum (zie de verslagen op www.cartesiusmuseum.org).
De indicatoren zijn:
1. Integraliteit: In welke mate besteed elke paragraaf uit het coalitieakkoord aandacht aan de relatie met de slimme stad? Immers de slimme stad is geen operationeel ICT-instrument maar raakt alle beleidsterreinen.
2. Reflectie: In welke mate geeft het akkoord inzicht in de positieve kanten en schaduwzijden van de slimme stad? De wetenschap heeft voldoende materiaal aangedragen om te komen tot een bestuursrelevante aanpak van de vraag waar de stad staat.
3. Herkenbaarheid: heeft het akkoord een herkenbare, eigen paragraaf over de slimme stad? Een paragraaf die het mogelijk maakt mee te denken en te doen maar ook om transparant te zijn.
4. Sociale actie van onderop: in welke mate biedt het akkoord expliciet ruimte voor initiatieven van bewoners om de slimme stad mede vorm te geven? De slimme stad is van iedereen en hoe daaraan via sociale actie vorm te geven?
5. Strategische programmering: in hoeverre schetsen de akkoorden een agenda voor de slimme stad van de toekomst?
Plus: Portefeuillehouder: is een portefeuillehouder aangewezen als eerstverantwoordelijke voor de slimme stad?
De antwoorden op deze vragen zijn voor de lezer per email opvraagbaar (zie aan het slot van het essay). Samengevat komen de scores op het volgende neer:

Essay_02.png
Een aantal observaties laat zich als volgt schetsen (rekening houdend met de beperkingen van het vergelijken: kwantitatief en niet kwalitatief, mogelijke interpretatieverschillen, etc.).
1. Gezien de actualiteit van het begrip smart city stellen alle coalitieakkoorden ernstig teleur waarbij Utrecht de lijst aanvoert. Deze positie wordt bevestigd door het feit dat het Utrechtse akkoord geen aparte paragraaf heeft geformuleerd en geen portefeuillehouder heeft aangewezen.
2. Van een integrale benadering, elke overheidssector betreffend, is geen sprake.
3. Bevolkingsinitiatieven - hoezeer ook bepleit door experts - spelen geen rol, met uitzondering van het akkoord uit Amsterdam waarin één voorstel vermeld staat (ondersteuning lokale initiatieven versus de positie van grote monopolisten). Dit akkoord bevat ook een voorstel voor een digitale agenda.

(NB de uitkomsten zijn niet voorgelegd aan de onderhandelaars. Een definitieve versie van deze paragraaf verschijnt na het uitkomen van het Rotterdamse coalitieakkoord, vermoedelijk eind juni 2018.)

Is hiermee het begrip smart city in de coalitieonderhandelingen gedegradeerd tot een onbeduidend politiek issue? Nee zeker niet maar het heeft geen politiek-democratische lading gekregen. Negatief geformuleerd: de technologie heeft in de steden voor de komende vier jaar vrij spel gekregen en zal in de handen van high techbedrijven verder aan invloed winnen. De uitkomsten bevestigen een eerdere ervaring. Ruim 140 stakeholders hebben gewerkt aan een op 17 januari 2017 verzonden brief aan premier Rutte om de slimme stad hoger op de politieke agenda te plaatsen. De brief is verzonden door de gezamenlijke wethouders van de grotere steden. In het nadien verschenen Regeerakkoord 2017-2021 Vertrouwen in de toekomst van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is met geen woord gesproken over het begrip de slimme stad en is de brief zelf onvermeld gebleven. De gemeente Utrecht heeft daarbij een extra dilemma: op expertniveau is de slimme stad uitdrukkelijk aanwezig én toonaangevend ('koploper in open data') maar deze aanwezigheid wordt niet opgeschaald naar het politieke niveau (het college van B&W en de gemeenteraad): een democratische strategie wordt niet geformuleerd. De slimme stad blijft dan in handen van niet-gekozen organen (ambtenarij, kennisinstituten, bedrijven, consultants) hoezeer deze ook soms een kritische toppositie van Utrecht als slimme stad nastreven (expertmeeting Cartesius Museum, 22 maart 2018).

Kortom: Hoe beteugelen we het wilde beest dat Big Data heet?
Dat de slimme stad onderbelicht is gebleven, kan niet eenzijdig op het bordje van de coalitieonderhandelaars gelegd worden, en ook niet op het bordje van de gemeenteraad die met het akkoord heeft ingestemd. Het is een collectieve verantwoordelijkheid om tot een groter gemeentelijk bewustzijn omtrent het bestaan van het wilde beest te komen. En daarbij de burgers een belangrijke rol geven.
Voor het kennisfestival Utrecht Creatieve en Slimme Stad trad ik als co-programmeur in gesprek met ruim 175 potentiële bezoekers. Ik ben zeer geschrokken van het feit dat het overgrote deel van de personen en groepen dat ik sprak geen idee heeft wat een slimme stad betekent. Ik heb gesproken met bijvoorbeeld gemeenteambtenaren, gemeenteraadsleden, kleine groepen studenten en docenten en bij het flyeren met vele voorbijgangers uit het brede publiek. Het woord Big Data kennen ze wel maar brengen dit niet in verband met de mogelijkheden maar ook problemen in steden. Het begrip 'privacy' herkent men zeker maar het weten ontbreekt dat de privacy in de stad bedreigd wordt door een ongebreideld verzamelen van persoonsgegevens. Het meest schokkend vind ik dat studenten, daartoe gevraagd op de Utrechtse Uithof, zeggen dat in de colleges geen aandacht besteed wordt aan het sterk toekomstgerichte verschijnsel van de slimme stad. Deze studenten zijn de professionals van morgen.
Om deze reden pleit ik voor een grootschalig onderzoek om bevindingen van mijn (niet systematisch opgezet) veldonderzoek nader te toetsen. Ook roep ik Utrechtse colleges van bestuur van MBO, HBO en WO op om de kennis van en over de slimme stad op een hoger onderwijsplan te plaatsen.
In de digitale jungle is het niet zozeer de datagedreven stad die de lokale democratie uitholt maar de onwetendheid van de burgers. Hoe nu deze burgers te bereiken?
Door in ieder geval praktisch te blijven. Door bijvoorbeeld gezamenlijk het wilde beest van Big Data beteugelen. Big Data afschieten is onmogelijk. Het beest duikt op de meest onverwachte momenten op en is door slimme algoritmen de burger altijd te snel af. Nee beteugelen! Door zijn honger naar data in te dammen, niet alles willen registreren en data prijsgeven maar naar alternatieven te zoeken voor monopolisten als Facebook, Google en Amazon (het Amsterdamse voorstel). Door initiatieven van onderop op het gebied van zorg, duurzaamheid, educatie en welzijn te stimuleren en te koppelen aan de sociale innovatie-experts van de Utrechtse kennisinstellingen.

Maar vooral door de inzet van kunstenaars en ontwerpers die met hun verbeeldingskracht ervoor zorgen dat de slimme stad vooral een speelse stad is die zich niet overgeeft aan het dataïsme, een religie die de redding van de mensheid ziet in Big Data. Op een eerder moment hebben we vanuit Utrecht in Amsterdam een rondetafel medegeorganiseerd over de relatie kunst en de slimme stad. Het voorstel (aan de nieuwe gemeenteraad) is om plekken voor kunstenaars vrij te maken in groepen waar over de slimme stad beslist wordt. Om artistieke interventies te stimuleren die Amsterdam als vrijdenkersstad betekenis geven.
Het kennisfestival van het Cartesius Museum wil deze inzet versterken. Door de ironische services van de Smart City Church, door tijdelijk tuinen van Utrecht Natuurlijk smartphone free te maken, door het AArden van mobiele telefoons tegen de smartphoneverslaving. En door theatermakers te vragen kritisch te reflecteren op de dilemma's van de smart cities.

Utrecht kan het concept van de slimme stad inwisselen voor het concept van de wijze stad waar reflecteren, improviseren en spelen (Homo Ludens) met data door wijze burgers het leven en werken aangenamer maken, ook en vooral voor de toekomst.

Ik moet met de trein mee en zie in de Utrechtse stationshal heel veel reizigers en passanten die de smartphone in de hand hebben en er vaak iets mee doen: kijken, mailen, praten, maar vooral vasthouden. En dat wordt allemaal gezien door de 462 NS-camera's! Wat een saai beeld!

*Giep Hagoort is curator van het Cartesius Museum en hoogleraar emeritus kunst en economie aan Universiteit Utrecht/HKU. Samen met Erik Uitenbogaard, hoofdconservator, organiseert hij het Kennisfestival Utrecht Creatieve en Sociale Slimme Stad! op 21, 22 en 23 juni 2018.

De schrijver dankt Hanke Drop en Erik Uitenbogaard voor hun reactie op een eerdere versie van het essay. Voor reacties en het opvragen van de vergelijking slimme stad/Coalitieakkoorden vier grote steden 2018: giephagoort@asom.org

Waarschuwing_01(500).png Alle onderdelen van het Kennisfestival zijn gratis. Aanmelding vooraf noodzakelijk.


Programma en aanmelding



De activiteiten van het Cartesius Museum worden financieel mede mogelijk gemaakt
door het Mondriaanfonds, stichting DOEN en Het Initiatievenfonds.

DOENenMondriaanenInitiatievenfonds_01.png